Regie bij euthanasieverzoek
Plaats een reactieHet regionaal tuchtcollege sprak een arts vrij die ervan werd beticht dat hij te lang over een euthanasieverzoek zou hebben gedaan (MC 49/2012: 2782). Deze uitspraak beschermt artsen die niet willen of kunnen ingaan op een euthanasieverzoek. De arts die niet bereid is tot uitvoering verdient bescherming: zijn standpunt druist in tegen de publieke opinie die vaak onderschat wat een zorgvuldige besluitvorming en eventuele euthanasie vraagt van een arts, maar ook van de patiënt en diens naasten.
Of dit verzoek voldeed aan de zorgvuldigheidseisen, wordt uit de beschrijving niet duidelijk. Wel vallen enkele zaken op.
Ik mis het verkennend gesprek tussen arts en patiënt. Als de patiënt verder achteruit gaat en zegt dat hij ‘van alles af wil zijn’, laat de arts het aan de patiënt om dit ‘nader te specificeren’. Uit het gesprek met de psycholoog blijkt dat de patiënt, ondanks zijn cognitieve beperkingen, zeer wel in staat was zich te uiten over zijn situatie. De arts heeft hier een kans gemist. Door zo’n gesprek had ook de familie mogelijk beter begeleid kunnen worden bij de medische beslissingen rond het levenseinde en de later optredende snelle achteruitgang van patiënt.
De arts werkt in een instelling waarin bij demente patiënten geen euthanasie kan worden uitgevoerd. Het blijft moeilijk voor te stellen dat dit beleid van zijn werkgever de arts niet heeft beïnvloed. Minstens zal de arts bij vorderende besluitvorming het verzoek van deze patiënt binnen de instelling hebben willen of moeten bespreken.
Tot slot: bij dementie is de window of opportunity een belangrijk gegeven: wilsbekwaamheid gaat verloren bij het vorderen van dementie. Het standpunt dat de arts twee of drie maanden nodig zou hebben voor besluitvorming houdt daarmee geen rekening.
Marian Zuure, specialist ouderengeneeskunde, palliatief kaderarts, SCEN-arts, Ulvenhout
- Er zijn nog geen reacties